Fotograferen in de zomer (deel 1)
Voor het laatst bijgewerkt op 18 oktober 2024 In deze blog lees je verschillende tips en tricks over fotograferen in de zomer en wat je met je mooie zomerse foto’s zou kunnen doen. Deel 1 van de twee gaat over het instellen van je camera.
Camera instellingen voor het fotograferen in de zomer
Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen voorkeuren en stijl wanneer het aankomt op het instellen van de camera. Daarnaast hang het ook altijd af van de hoeveelheid licht dat aanwezig is en waar je tijdens het fotograferen in de zomer op wil focussen. Gelukkig is het (zelfs in Nederland) in de zomer meestal erg licht en lang licht buiten. Qua camera-instellingen zit je dan ook vaak wel goed met de volgende basisinstellingen:
Voordat je gaat kijken en bezig gaat met het instellen is het verstandig om goed te kijken naar hoe fel het nou precies is buiten. Hoe feller de zon schijnt, hoe ‘harder’ de belichting en schaduwen kunnen zijn.
Sluitertijd en ISO instellen voor zomerse foto's
Sluitertijd tussen 1/80 en 1/125
Wanneer de camera-instellingen tussen deze sluitertijden zit komt er over het algemeen genoeg licht binnen op de camera en kunnen de meeste camera’s snel én scherpe foto’s maken.
ISO tussen 100 en 400
Bij het instellen van de ISO-waarde is het handig om altijd rekening te houden met het volgende: hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer de camera extra licht toevoegd. Dit is dus niet licht wat de lens oppikt, maar wat de camera extra toevoegd. Bij de wat goedkopere camera’s is het vervolgens regelmatig zo, dat: hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer ruis (korrels) er zichtbaar wordt op de foto’s. Dus hoe lager de ISO-waarde, hoe minder ruis.
Duurdere camera’s en lenzen hebben vaak veel meer instellingen en kunnen daardoor vaak beter rekening houden met het licht. Waardoor je dus lagere ISO-waarde kunt instellen en dus minder snel ruis op je foto’s te zien krijgt. Wanneer je naar binnen gaat kun je de ISO verhogen om op donkere plekken dus meer licht te creeëren via de camera.
Het instellen van de diafragma op je camera
Diafragma tussen 5.0 en 8.0
De diafragmagrootte hangt af van wat je precies op de foto wilt zetten. Hoe lager het diafragmagetal hoe meer licht er binnenkomt via de lens. Echter verandert de scherpte-diepte ook zodra je de diafragma aanpast en hebben verschillende lenzen, verschillende diafragma-instellingen. Over het algemeen krijg je zowel scherpe als goed belichte foto’s wanneer je de diafragma insteld tussen de 5.0 en 8.0.
Probeer verschillende instellingen uit om je eigen stijl te ontdekken en om je camera zo goed mogelijk te leren kennen. Elke camera is weer anders en iedereen heeft zijn eigen voorkeuren.
Compositie, kijklijnen en de horizon op foto's
Over het algemeen is het verstandig om bij landschaps- en natuurfoto’s vooral te denken om de compositie, fijne kijklijnen en waar de horizon op de foto komt te liggen. Hierbij kun je het beste werken met de regel van derden. Dit is een compositieregel in de fotografie en passen de meeste fotografen toe als vuistregel. Vind je het lastig om je tijdens het fotograferen te houden aan de regel van derden? Stel dan op je camera in dat je rasterlijnen (ofwel 9 vakken met snijpunten) ziet. Ben je vergeten tijdens het fotograferen de rasterlijnen aan te zetten? Geen probleem, met de meeste fotobewerkingsprogramma’s kun je rasterlijnen toevoegen om zo de juiste compositie in te kunnen stellen.
Wanneer je de foto hiernaast goed bekijkt, kun je zien dat de kinderen precies zo op de foto staan dat ze ieder op 1/3 van de foto staan. Ook zie je dat de horizon op 1/3 van de foto staat, namelijk in het midden. Dit zorgt ervoor dat de foto fijn is om naar de kijken, ofwel het eye-pleasing effect.